CARPOOLEN OP GEMEENTELIJK NIVEAU

25 Februari 2009

  1 Inleiding  

De dagelijkse files op de N9 worden niet korter. De bussen zitten in de spits overvol, en raken door het verkeer niet tijdig op hun bestemming. Een rit tussen ons dorp en Sint-Pieters-Station kan in de spits makkelijk 50 minuten duren. Het is niet onlogisch dat velen daarom het openbaar vervoer links laten liggen. We zitten in een vicieuze cirkel waarbij de overheid mobiliteit financieel stimuleert, meer en frequenter openbaar vervoer organiseert, maar er anderzijds niet in slaagt die mobiliteit ook vlot te laten verlopen.

 

2. De mobiliteit is groot genoeg, maar ze moet wel sneller

 

Er bestaan naast het openbaar vervoer diverse systemen die op de behoefte aan grotere mobiliteit inspelen. De bekendste zijn autodelen, Cambio, carpoolen en de belbus. Elk systeem heeft zijn specifieke kenmerken, en kan een deelaspect van het probleem oplossen. Maar autodelen en carpoolen veronderstellen dat je zelf een wagen hebt. Op basis van dat criterium vallen velen uit de boot. Ook een belbus biedt uitkomsten, maar is slechts een aanvulling op bestaande buslijnen. De meeste systemen vergen bovendien een intensief beheer en zijn niet altijd geschikt voor een buitengemeente als Lovendegem. Merkwaardig blijft dat de meeste systemen de mobiliteit bevorderen, maar ze niet versnellen. Terwijl dat precies het knelpunt is. 3. Vervoersaanbod door particulieren Ondanks die verschillende alternatieven blijft een groot deel van de vervoerscapaciteit van particulieren onbenut. Dagelijks rijden tussen Eeklo en Gent honderden wagens met alleen de bestuurder heen en weer. Ongetwijfeld zijn velen daarvan bereid een passagier mee te nemen, op voorwaarde dat de vrijheid die de wagen hen biedt niet wordt belemmerd. Met andere woorden: als het de bestuurder past. En als hij niet moet omrijden om de passagier(s) op te halen. 4. Particulier aanbod en vraag samenbrengen Er zijn verschillende mogelijkheden. Via een internettoepassing zouden vraag en aanbod kunnen worden geregistreerd. Nadeel: omslachtig, te rigide, niet iedereen beschikt over internet of heeft zin om weken op voorhand zijn verplaatsingen naar de stad te registreren. Misschien moet het minder ver worden gezocht. Wie met de wagen langs de N9 rijdt (het aanbod) - wordt aan elk busstation met wachtende passagiers (de vraag) geconfronteerd. Maar hoe maakt een bestuurder kenbaar dat hij bereid is een passagier mee te nemen, of hoe maakt een passagier bekend dat hij een lift wil? 5. Voorbehouden parkeerplaats en registeren Het kan geen groot probleem zijn om in de buurt van de busstations één parkeerplaats te reserveren, voor beide partijen. Wie er met de wagen halt houdt, geeft aan dat hij bereid is een lift aan te bieden. Wie er staat te wachten, geeft aan dat hij naar een lift op zoek is. Die parkeerplaats moet in de nabijheid van het busstation, want als er geen aanbod is, moeten potentiële passagiers nog een aankomende bus kun nemen. Voorts lijkt het raadzaam dat zowel aanbieders als vragende partijen zich eerst registeren. Aanbieders krijgen dan een grote sticker voor op de wagen, zodat voor de passagier onmiddellijk duidelijk is dat de bestuurder "lid" is. Geregistreerde passagiers krijgen een pasje om dat eventueel aan een bestuurder te tonen. Zo weet iedereen welk vlees hij in de kuip heeft. De registratie zou een taak voor de gemeente kunnen zijn. Ze heeft er belang bij dat de gebruikers van het systeem (ouders van scholieren bijvoorbeeld) met een gerust hart kunnen deelnemen.